zebratrips (Parthenothrips dracaenae) [CC0]

Zebratrips (Parthenothrips dracaenae (Heeger))

Orde: Thysanoptera (tripsen)
Familie: Thripidae

De zebratrips, ook wel gestreepte kastrips genoemd, voedt zich door plantencellen te doorboren en er sap aan te onttrekken. Dit leidt tot witachtige vlekjes op de bladeren, die ontstaan doordat de cellen onder de opperhuid worden leeggezogen, waarna de cellen zich vullen met lucht.

Uiterlijk

De tripsen zijn zeer klein met een lengte van ca. 1,5 mm. Ze hebben een naar verhouding grote kop met stekend-zuigende monddelen. De zebratrips heeft een kenmerkend gestreept uiterlijk met donkere en lichtere dwarsbanden over het lichaam, waaraan de naam ‘zebratrips’ te danken is. De nimfen zijn vaak lichter gekleurd en missen de opvallende strepen van de volwassen exemplaren.

Net als andere tripsen beschikken volwassen dieren over twee paar smalle, met franjes bezette vleugels. Ondanks deze vleugels is hun vliegvermogen beperkt, al kunnen ze zich wel snel verspreiden door bijvoorbeeld luchtstromen of verplaatsing van planten.

Ontwikkeling en leefwijze

De zebratrips is een soort die zich met name binnenshuis kan ontwikkelen, voornamelijk op kamerplanten zoals Dracaena’s, Ficus-soorten en andere tropische of subtropische planten. De ontwikkeling vindt plaats op de plant zelf: de eitjes worden in het bladweefsel afgezet en ontwikkelen zich via meerdere nimfenstadia tot volwassen tripsen.

onder gunstige omstandigheden – een warme, droge omgeving met voldoende voedsel – duurt de volledige levenscyclus slechts twee tot drie weken. In verwarmde binnenruimtes kunnen daardoor meerdere generaties per jaar optreden. De zebratrips gedijt met name in een lage luchtvochtigheid en warm klimaat, waardoor ze zich in woningen en kantoren snel kunnen vermenigvuldigen.

Schade

De zebratrips voedt zich met plantensappen door met zijn stekend-zuigende monddelen cellen aan te prikken en leeg te zuigen. Dit veroorzaakt schade aan bladeren in de vorm van kleine, witachtige of zilverachtige vlekjes. Bij een ernstige aantasting kunnen bladeren verwelken, vergeeld raken of zelfs afvallen. Ook kunnen groeistoornissen optreden bij jonge planten of nieuw blad.

De schade is vooral cosmetisch van aard, maar kan bij een hoge populatiedichtheid leiden tot verzwakking van de plant.

schadebeeld tripsen [CC0] Een typisch schadebeeld aan bladeren: te zien zijn de vele, witachtige vlekjes op het blad en de verschillende stadia van de trips.

Wering en preventie

De zebratrips gedijt in een droge omgeving. Het verhogen van de luchtvochtigheid rondom planten kan helpen om de ontwikkeling van deze tripsensoort te remmen. Enkele preventie maatregelen:

  • Besproei regelmatig de bladeren van kamerplanten met een plantenspuit (lauw water);
  • Zet aangetaste planten bij gunstige buitentemperaturen buiten in de regen;
  • Spoel bladeren af onder de douche of met een fijne sproeier;
  • Controleer nieuwe planten op aanwezigheid van tripsen voordat u ze bij bestaande planten plaatst.

Bestrijding

Mocht u aanhoudende overlast ervaren van tripsen op/in uw planten, dan kunnen er ter bestrijding aaltjes (nematoden) en roofmijten worden ingezet die parasiteren op de poppen en larven van tripsen.

De volwassen tripsen kunnen worden weggevangen met plakstrips/vangplaten met lijm, die u plaatst bij de plant.

Daarnaast kunt u rooftripsen inzetten voor de bestrijding van tripsen die op het blad leven. De rooftripsen gaan actief op zoek naar hun prooien en zuigen de larven en volwassen stadia van schadelijke tripsen leeg.

Vaak werkt een combinatie van bovengenoemde middelen het beste, om zowel tripsen op de plant als in de potgrond aan te pakken.

Advies

Mochten de wering- en bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van dit advies, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.