Honingbij (Apis_mellifera)

Honingbij (Apis mellifera L.)

Orde: Hymenoptera (vliesvleugeligen)
Familie: Apidae (bijen en hommels)

De honingbij komt in heel Nederland voor. Het zijn sociale dieren die samen leven in volken. De meeste honingbijen leven in cultuurvorm, soms zijn er verwilderde kolonies maar deze worden vaak niet oud. Gedurende het zomerseizoen kunt u de honingbij zien vliegen. Bij temperaturen boven de 10°C kunnen de haalbijen al uitvliegen.

Uiterlijk

Honingbijen zijn hoofdzakelijk bruin van kleur, waarbij het achterlijf donker is en bruine haarbanden bevat en het borststuk bruingeel behaard is.
Ze zijn verschillend van afmeting, afhankelijk van hun taak binnen het volk: de werksters (vrouwtjes) zijn ca. 1,2 centimeter groot, de darren (mannetjes) ca. 1,5 centimeter en koninginnen ca. 1,8 centimeter.

Ontwikkeling en leefwijze

Bijen ondergaan een volledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling 4 stadia kent: ei–larve–pop–adult. Het gehele volk, met uitzondering van de mannetjes, overwintert in een korf of kast. Tegen de herfst, als er geen bevruchtingen van de koninginnen meer plaatsvinden, worden de mannetjes door de werksters gedood of uit de kast gejaagd, waarna ze aan een hongerdood zullen sterven.

Binnen een bijenvolk heerst een strikte taakverdeling. De mannetjes en de koningin zorgen voor de voortplanting. De werksters zorgen voor het verzamelen van voedsel, het verzorgen van het broed, de koningin en de darren, het onderhoud van het nest en, in voorkomende gevallen, de verdediging van het nest. Binnen een volk is er altijd één koningin, veel werksters en afhankelijk van de tijd van het jaar de hoeveelheid darren. Als zich nieuwe, jonge koninginnen in een nest hebben ontwikkeld, verzameld de oude koningin ongeveer de helft van het volk en zwermt uit. Uiteindelijk zal ze op een nieuwe plek een nieuwe kolonie stichten.
Het voedsel van de honingbij bestaat uit stuifmeel en nectar van bloemen, waarmee ook de larven gevoerd worden.

Nut

Honingbijen zijn vanwege hun activiteiten zeer nuttige insecten. Allereerst zorgen zij door het verzamelen van stuifmeel voor de bestuiving van bloemen, planten en cultuurgewassen. Verder verzamelen ze voor de overwintering honing, die wij mensen eten. In ruil hiervoor geven we de bijen suikerwater zodat ze wel de winter kunnen overleven.

Schade

Wanneer een bij zich bedreigd voelt, kan deze gaan steken. De angel van een bij heeft weerhaken en blijft vrijwel altijd in de huid van de mens achter, dit in tegenstelling tot wespen die hun angel kunnen terugtrekken. Na een steek blijft de angel inclusief de gifklier achter, welke door contracties gif blijft inspuiten. Echter, als een bij de tijd krijgt, zal ze soms haar angel uit de huid kunnen wurmen.
Een bijensteek kan zeer vervelende gevolgen hebben voor mensen met een allergie; waarschuw in dergelijke gevallen direct een arts.

Bestrijding

Door het grote nut van de honingbij wordt het afgeraden ze te bestrijden. Het kan echter dat een zwerm op een ongelukkige plaats gaat zitten (op schoorstenen, op bomen in buurt van kinderen, ed.), wat als hinderlijk ervaren kan worden. Waarschuw bij het aantreffen van een zwerm een imker, deze kan de zwerm verwijderen. Dit alleen indien de zwerm niet uit zichzelf verdwijnt.
Bekijk hier een overzicht van imkers bij u in de buurt. 

Advies

Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.