Tuinloopkever

Loopkevers (Carabidae spp.)

Orde: Coleoptera (kevers)
Familie: Carabidae (loopkevers)

Loopkevers zijn buitenlevende insecten en komen zeer algemeen in Nederland voor.
Het zijn nuttige kevers die zich voeden met vele andere insectensoorten en hun steentje bijdragen aan het natuurlijk evenwicht in de insectenwereld. Enkele soorten zijn echter planteneters die schade aan planten kunnen veroorzaken.

Uiterlijk

Loopkevers lopen snel en kunnen ook vliegen, al ontbreken bij sommige soorten de vleugels of zijn de dekschilden met elkaar vergroeid. De meeste loopkevers zijn donker, glanzend gekleurd. Veel soorten hebben een mooie metaalachtige kleur.
Gemiddeld hebben ze een lengte van 15 mm.

Ontwikkeling en leefwijze

Kevers ondergaan een volledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling 4 stadia kent: ei–larve–pop–adult. Eitjes worden tijdens het leggen bevrucht met sperma, dat door het vrouwtje in de spermatheca bewaard is. De reproductie kan al in maart/april beginnen; de tweede voortplantingspiek vindt plaats in de herfst.
Het aantal eitjes kan oplopen van enkele tientallen tot 200 stuks per legsel. De larven voeden zich met dierlijke eiwitten en vervellen 3 keer voor ze zullen verpoppen.
Volwassen loopkevers worden ca. 2 jaar oud.

In een gevarieerd milieu met een groot aanbod van prooidieren zullen loopkevers in grotere aantallen voorkomen. Ze zijn vooral ‘s nachts actief; overdag zitten ze vaak verborgen onder stenen, bladeren of stukken hout. Zowel de larven als de volwassen kevers zijn rovers en voeden zich voornamelijk met andere insecten, wormen, slakken, pissebedden en dergelijke.

Soorten

Wereldwijd zijn er inmiddels 40.000 (!) soorten beschreven; in Europa komen 2.700 loopkeversoorten voor, waarvan ca. 400 in Nederland. In de afbeeldingen hieronder zijn enkele loopkeversoorten weergegeven.

Nebria brevicollis Cicindela campestris
Carabus auratus Carabus nemoralis Linksboven: de oeverloper (Nebria brevicollis); rechtsboven: de groene zandloopkever (Cicindela campestris); linksonder: de gouden loopkever (Carabus auratus); rechtsonder: de tuinschallebijter (Carabus nemoralis).

Wering en preventie

Als loopkevers regelmatig de woning binnenkomen en voor hinder zorgen, kunt u ze het beste vangen en naar buiten brengen. Daarnaast is het verstandig om naden en kieren in buitenmuren te dichten en ramen en deuren gesloten te houden of voorzien van goed sluitende horren.
Soms worden loopkevers aangetrokken door lamplicht. Plaats daarom met name ’s avonds horren voor open ramen en deuren.

Schade

Over het algemeen veroorzaken loopkevers geen schade en bezorgen deze nuttige insecten weinig hinder. De schade van bepaalde loopkeversoorten is hoofdzakelijk aan aardbeien die op het veld staan.

Een bestrijding van loopkevers met chemische bestrijdingsmiddelen is niet nodig en daarom ongewenst.

Advies

Mochten de weringsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van deze informatie, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.