Aziatische tijgermug (Aedes albopictus (Skuse))
Orde: Diptera (tweevleugeligen)
Familie: Culicidae (steekmuggen)
De Aziatische tijgermug is, zoals de naam als doet vermoeden, oorspronkelijk afkomstig uit Azië. In Nederland is deze exoot voor het eerst in 2005 waargenomen, namelijk in kassen waar geïmporteerde ‘lucky bamboo’ plantjes stonden. Sindsdien is de soort ook vaak aangetroffen op bedrijven waar tweedehands autobanden worden geïmporteerd. In een deel van Europa is de soort al gevestigd. In Nederland proberen we vestiging van de soort zo lang mogelijk uit te stellen, om de kans op ziekteverspreiding te beperken.
Uiterlijk
De Aziatische tijgermug is een kleine muggensoort van 2-10 mm. Ze hebben een zwart-wit patroon en er loopt een kenmerkende witte band over de rug. De poten zijn zwart-wit gestreept, waarbij het laatste stukje geheel wit is. Ook de uiteinden van de zwarte palpen (kleine uitsteeksels naast de steeksnuit) zijn (zilver)wit. De vleugels zijn doorzichtig. De aderen zijn bedekt met zwarte schubben. Er zijn géén vleugelvlekken aanwezig.
In Nederland zijn zo’n 35 steekmuggensoorten te vinden. Er zijn ongeveer 10 soorten die ook een zwart-wit patroon vertonen; slechts 3 hiervan lijken op de tijgermug. Bovengenoemde kenmerken zijn dan ook niet voldoende voor een leek om vast te stellen dat het om de tijgermug gaat. Hier dient een professional aan te pas te komen (zie determinatie).
Ontwikkeling en leefwijze
Steekmuggen leggen hun eitjes in het water. Nadat de eitjes gelegd zijn beginnen deze direct met ontwikkelen. De larve die uit het ei komt leeft nog steeds in het water. Hij hangt ondersteboven aan het wateroppervlak en ‘prikt’ zijn adembuis, aan het einde van zijn lichaam, door het wateroppervlak. Zo haalt hij zijn zuurstof uit de lucht. Hij voedt zich met bijvoorbeeld algen, kleine geleedpotigen of andere organisch materiaal. Er zijn vier larvale stadia. Hierna verpopt de larve zich. Ook de pop bevindt zich nog in het water. Uit de pop komt uiteindelijk de volwassen mug. De ontwikkelingstijd van ei tot volwassen mug is voor de tijgermug, alsook voor andere exotische muggen (Aedes spp.) circa 10 dagen.
De mannetjesmuggen verzamelen zich in een zwerm. De vrouwtjesmuggen, die iets later uit hun pop kruipen, begeven zich in de zwerm om een partner voor de paring te vinden. Aan slechts één paring heeft het vrouwtje voldoende om de rest van haar leven eitjes te kunnen leggen.
Voor de ontwikkeling van haar eitjes heeft zij bepaalde proteïnen nodig. Die vindt zij in het bloed van o.a. mensen, namelijk door te steken en bloed te zuigen. Bij het steken kan ziekteoverdracht plaatsvinden. Het is bekend dat de Aziatische tijgermug meer dan 20 verschillende ziekten kan overbrengen.
Exotische muggen leggen hun eitjes in stilstaande, kleine wateren. Hierbij kan men denken aan met water volgelopen bloempotten, putten, bekertjes, maar ook autobanden, regengoten en regentonnen zijn een geschikte ontwikkelingsbron. Anders dan inheemse steekmuggen, zoals de gewone steekmug, zijn exotische muggen overdag actief met steken. Zij zijn vaak ‘agressiever’ dan de inheemse muggen.
Beheer
In Nederland worden regelmatig exotische muggen aangetroffen. Naast de Aziatische tijgermug zijn ook onder andere de gelekoortsmug (Aedes aegypti L.), Aziatische bosmug (Aedes japonicus Theobald) en de Amerikaanse rotspoelmug (Aedes atropalpus Coquillett) soorten die we buiten de deur willen houden. Wanneer een van deze soorten worden aangetroffen wordt direct actie ondernomen.
Het Centrum Monitoring Vectoren (CMV), onderdeel van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), coördineert de benodigde bestrijdingsacties. Tijdens de bestrijding worden zowel de larven (bronnen saneren en larviciden toepassen) als de volwassen muggen (met adulticiden) bestreden. De bestrijdingsmiddelen die hier aan te pas komen worden alleen met ontheffingen toegepast door een door het NVWA in de arm genomen plaagdierbeheersbedrijf.
Op de website van het NVWA kunt u de ‘tijgermugcheck‘ doen en eventuele vondsten melden.
Advies
Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.