Stictoleptura rubra, female

Rode smalboktor (Stictoleptura rubra (L.))

Orde: Coleoptera (kevers)
Familie: Cerambycidae (boktorren)

Deze kevers worden soms in huis aangetroffen. Dit is vooral het geval als hout voor de kachel of de open haard binnen wordt opgeslagen. Rode smalboktorren tasten geen verwerkt of bewerkt hout aan.

Uiterlijk

Alle boktorren beschikken over draadvormige antennen. Deze staan soms naar achteren gericht, wat de indruk van een gewei wekt. De antennen zijn vaak even lang als het lichaam, of bij sommige soorten zelf langer. Het lichaam van een boktor heeft vaak een langwerpige vorm. De poten zijn erg goed ontwikkeld. De rode smalboktor is ongeveer 21 millimeter lang. De vrouwtjes hebben de typische bruinrode kleur. De mannetjes zijn meer geelbruin met zwart.

Stictoleptura rubra, male Een mannetjes rode smalboktor. De omslagfoto bovenaan de pagina geeft een vrouwtje weer.

Leefwijze

Boktorren hebben meestal een ontwikkelingscyclus van meerdere jaren. De larven eten voornamelijk van dood naaldhout. Daarnaast eten ze schimmels. Volwassen dieren voeden zich met nectar en stuifmeel. U komt ze vooral van mei tot september tegen.

Overlast en wering

Grote aantallen kevers in huis kunnen hinderlijk zijn. Schade aan houtwerk in huis zal echter niet optreden. Wij raden aan om geen grote voorraad haardhout in huis op te slaan. Bij opslag buiten gaat de ontwikkeling minder snel. U heeft dan bovendien minder last van de kevers. Gebruik van bestrijdingsmiddelen is niet zinvol en wordt daarom sterk afgeraden. Het wegvangen van kevers, bijvoorbeeld met de stofzuiger, is zeer doeltreffend.

Advies

Mochten de weringsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van dit advies, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.