Pissebed

Pissebedden (Isopoda)

Orde: Isopoda (pissebedden)
Onderorde: Oniscidea (landpissebedden)
Familie: 
o.a. Armadillidiidae, Ligiidae, Oniscidae, Philosciidae, Platyarthridae en Porcellionidae

De pissebed heeft in ons land fantasievolle (bij)namen gekregen zoals die van keldermot of platte zeug. Ook de Engelse naam “woodlice” (houtluizen) is merkwaardig.
De orde Isopoda, waarvan verschillende vertegenwoordigers in Nederland voorkomen, behoort tot de klasse van de echte kreeftachtigen (Malacostraca). In en om gebouwen komt de ruwe pissebed (Porcellio scaber Latreille) het meeste voor. Ook de kelderpissebed (Oniscus asellus L.) en de berijpte pissebed (Porcellionides pruinosus Brandt) treffen we veelvuldig in ons land aan.

Uiterlijk

Pissebedden hebben een vrij platte, ovale vorm. Zij bezitten relatief grote antennen en 7 paar poten. Achter de 7 pootdragende segmenten liggen 6 segmenten, steeds voorzien van een paar aanhangsels. De dieren zijn grijs van kleur, ook wel geelachtig of paarsbruin, soms met lichtere of donkere vlekken. Volwassen exemplaren van de verschillende soorten kunnen 12-18 mm lang worden.

Ontwikkeling

Pissebedden ondergaan een onvolledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling 3 stadia kent: ei–nimf–adult. De jonge dieren zien er bij geboorte bijna hetzelfde uit als de volwassen exemplaren.
De wijfjes dragen de eitjes bij zich in een aan de onderkant van het lichaam gelegen broedbuidel, tot de jongen uitkomen. Na het verlaten van het moederdier vindt bij de nimfen de eerste vervelling plaats. Daarna kunnen zij nog een tiental keer vervellen. De vervelling vindt plaats in twee stappen, waarbij eerst het achterste deel van het pantser loslaat en enkele dagen later het voorste deel.

Volwassen pissebedden kunnen wel 3-4 jaar oud worden. Hun gemiddelde levensduur bedraagt 2 jaar.

Leefwijze

Pissebedden zijn nachtdieren en erg gevoelig voor uitdroging. Daarom worden ze vaak aangetroffen op vochtige, donkere plaatsen. Er zijn echter uitzonderingen; de berijpte pissebed (Porcellionides pruinosus Brandt) en enkele andere soorten komen ook voor op relatief droge plaatsen.

Ze zijn algemeen voorkomend en leven gewoonlijk onder stenen, schors, afgevallen bladeren, in vermolmd hout, etc. In gebouwen zijn ze alleen te vinden op plaatsen waar de relatieve luchtvochtigheid en temperatuur gunstig zijn en waar plantaardig materiaal te vinden is, zoals in kelders of opslagplaatsen. Zo’n ruimte kan mede dankzij de broedzorg van de wijfjes en gunstige omgevingsomstandigheden, snel worden bevolkt.

Pissebedden eten bij voorkeur dood, meestal rottend plantenmateriaal en dragen in die hoedanigheid bij aan humusvorming in de bodem. Soms voeden ze zich ook wel met dierlijke resten en uitwerpselen.

Schade

Pissebedden kunnen alleen schadelijk zijn als ze in grote aantallen voorkomen. En dan nog alleen in kassen en groentetuinen, waar kiemplanten en zachte planten worden aangevreten.
Voor zover bekend vormen zij geen gezondheidsgevaar voor mens en dier.

Wering en preventie

Het komt regelmatig voor dat pissebedden woningen, schuren of bedrijfsgebouwen binnendringen, met name als het buiten erg droog is. Ze hopen dan binnenshuis beter geschikte leefomstandigheden te vinden; het gaat ze met name om vocht.

Om binnendringen in gebouwen te voorkomen, is het verstandig om alle mogelijke doorgangen (zoals lucht- en ventilatieroosters) te voorzien van fijnmazig gaas. Ook kieren en spleten in de buitenmuur moeten gedicht worden.
Zorg er daarnaast voor dat vochtige plaatsen in huis vermeden worden door het saneren, ventileren en/of verwarmen van desbetreffende ruimten. Hef eventuele bouwkundige gebreken op (lekkage, doorslaande muur e.d.).

In de directe omgeving van woningen vormen compost- of mesthopen, of hopen tuinafval meestal de verblijfplaatsen van pissebedden. Van hieruit kunnen ze woningen binnendringen. Om pissebedden te weren is het dus belangrijk dat de verblijfplaatsen geruimd of verplaatst worden naar zo ver mogelijk achterin de tuin.

Bestrijding

Een chemische bestrijding tegen pissebedden is zowel binnen als buiten nutteloos, ongewenst en brengt enkel schadelijke neveneffecten met zich mee. Verstandiger is het om aan wering en preventie te werken, om zo te voorkomen dat pissebedden voor overlast kunnen zorgen.

Mocht u toch overlast ervaren van aanwezige pissebedden, dan kunt u ze wegvangen door een vochtige dweil neer te leggen of een omgekeerde bloempot, gevuld met vochtige bladeren of hooi, uit te zetten. De dieren zullen zich hier, op zoek naar een gunstige plek, verzamelen. De volgende dag kan men de aldus gevangen pissebedden op andere plaatsen loslaten, zoals in parken, bosranden of plantsoenbeplanting.

Advies

Mochten de wering- en bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van deze informatie, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.