phoridae

Bochelvliegen (Phoridae)

Orde: Diptera (tweevleugeligen)
Familie: Phoridae (bochelvliegen)

Bochelvliegen komen uit een grote familie die wereldwijd voorkomt. In Nederland zijn er meer dan 250 soorten te vinden.
De kop van bochelvliegen is vrij laag met het borststuk verbonden, waardoor ze een gebocheld uiterlijk hebben. Hieraan danken zij hun naam.

Uiterlijk

Bochelvliegen lijken veel op elkaar en zijn erg lastig te determineren. Ze zijn zwart, bruin of geelachtig van kleur, gedrongen van vorm en hebben een typische kop en een veelal hoge, gebochelde rug. In tegenstelling tot fruitvliegjes zijn de ogen van bochelvliegen veelal niet rood, maar donker van kleur.
Volwassen bochelvliegen zijn zeer klein tot middelgroot (0,5-6mm). Ze hebben een karakteristieke gereduceerde vleugeladering, waarbij de vleugelader op de voorrand dikker is en halverwege stopt. De overige aders zijn erg zwak en lopen min of meer parallel schuin over de vleugel; dwarsaders ontbreken.

Ontwikkeling

Vliegen ondergaan een volledige gedaanteverwisseling, dit wil zeggen dat de ontwikkeling 4 stadia kent: ei–larve–pop–adult. De vrouwelijke bochelvlieg kan enkele honderden eitjes leggen, zo’n 20-40 per keer, op of in rottend organisch materiaal. De larven komen al binnen 24 uur uit de eitjes en zullen zich, afhankelijk van de temperatuur en voedingsbodem, 8 tot 16 dagen voeden voor ze naar een droger gebied kruipen om te verpoppen. Dit popstadium duurt enkele dagen tot 2 weken. Volwassen bochelvliegen leven 1 à 2 maanden.

Onder ideale condities, duurt de complete levenscyclus van ei tot volwassen insect 14 dagen, maar dit kan oplopen tot 37 dagen. De snelheid is sterk afhankelijk van omgevingsomstandigheden, zoals temperatuur.

Leefwijze

Bochelvliegen hebben een nogal uiteenlopende en wellicht meest diverse leefwijze van alle vliegenfamilies. De larven worden aangetroffen in diverse habitats en kunnen elk organisch materiaal dat vochtig blijft, gebruiken als ontwikkelingsbron.

Ze leven van organisch afval (zoals mest, kadavers, insectenvraat, dode slakken, in onder andere wespennesten), van paddenstoelen en zwammen. Sommige soorten parasiteren op andere insecten of hun eitjes, zoals regenwormen, mieren, slakken, spinnen, duizend- en miljoenpoten, insectenlarven en –poppen.

Ook de volwassen vliegen leven van uiteenlopende voedselbronnen. De meeste adulten voeden zich met nectar, honingdauw, en vloeistof van verse kadavers en mest. Sommige zuigen lichaamsvloeistoffen op van levende keverlarven en –poppen, andere parasiteren op kleine insecten.

De volwassen bochelvliegen vallen op door hun snelle en enigszins schokkerige manier van lopen, waarbij ze over een oppervlak rennen, tot stilstand komen en weer verder rennen, voor ze opvliegen.

In woningen of bedrijven kan de ontwikkeling van de vliegen optreden op plaatsen waar zich vanwege een lekkende gootsteen- of toiletafvoer, vochtig organisch materiaal heeft opgehoopt.

Schade

Omdat bochelvliegen onhygiënische plaatsen bezoeken, kunnen ze bacteriën en andere schadelijke micro-organismen overbrengen op voedsel of op plekken waar voedsel bereid wordt. Daarnaast kunnen ze, wanneer ze in grote aantallen voorkomen, hinderlijk zijn.

Wering en preventie

De wering tegen bochelvliegen bestaat uit het nemen van hygiënische maatregelen, door het snel opruimen van rottend organisch materiaal.
Ga na waar zich mogelijke ontwikkelingsplaatsen (mest, afval, rottend organisch materiaal, wespennesten) bevinden en of maatregelen mogelijk zijn die de ontwikkeling voorkomen of in elk geval beperken. Denk aan het afgedekt houden van afval, het snel afvoeren en afvalbakken steeds reinigen. Laat daarnaast kapotte leidingen repareren.

Bestrijding

Een chemische bestrijding met behulp van biociden (=bestrijdingsmiddelen) is niet wenselijk. Het opsporen en saneren van mogelijke ontwikkelingsbronnen is het belangrijkste onderdeel van een succesvolle bestrijding.

Advies

Mochten de wering- en bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van deze informatie, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.