gewone steekmier 2 myrmica rubra

Gewone steekmier (Myrmica rubra (L.))

Orde: Hymenoptera (vliesvleugeligen)
Familie: Formicidae (mieren)
Subfamilie: Myrmicinae (knoopmieren)

De gewone steekmier is een zeer algemeen voorkomende soort in Nederland. Hij leeft bij voorkeur op vochtige plaatsen in weiden, velden en bossen.
De steek van deze mier kan als irritant worden ervaren.

Uiterlijk

De gewone steekmier behoort tot de subfamilie Myrmicinae, de “knoopmieren”. Zij danken die naam aan de twee knopen tussen het borststuk en het achterlijf.
Gewone steekmieren  hebben een roodachtig, gele kleur. De kop en het achterlijf zijn van boven wat donkerder gekleurd. De wijfjes en werksters zijn in het bezit van een angel.
De lengte van de mieren varieert: werksters zijn 3,5-5 mm groot, mannetjes 4,5-5,5 mm en koninginnen 4,5-7 mm.

Ontwikkeling

Mieren ondergaan een volledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling 4 stadia kent: ei–larve–pop–adult.

Van begin juli tot eind oktober vindt de bruidsvlucht plaats. Tijdens de vlucht bevruchten de mannetjes de koninginnen. Na de vlucht sterven de mannetjes en keren de koninginnen terug naar het nest waar ze meewerken aan de uitbreiding, of ze proberen een nieuw nest te stichten in de omgeving.

Leefwijze

Mieren zijn sociaal levende insecten die staten vormen. En mierenstaat bestaat uit een groot aantal individuen die –al naar gelang hun werkzaamheden– sterk gespecialiseerd zijn. In een nest van de gewone steekmier treft men bijvoorbeeld meerdere koninginnen aan, grote aantallen werksters en in een bepaalde tijd van het jaar mannetjes.
De koningin en de mannetjes zorgen voor de voortplanting, de werksters verzamelen voedsel, verzorgen het broed, onderhouden het nest en, in enkele gevallen, verdedigen het nest.
De gewone steekmier is een krijgslustige mier die het terrein rondom zijn nest goed bewaakt. Ze kunnen venijnig bijten en kunnen hun angel gebruiken om te steken. Veelal zorgt dit voor kortstondige jeuk, al kan het ook voorkomen dat een steek tot een allergische reactie leidt, die enkele dagen kan aanhouden.

Schade

In principe komen gewone steekmieren alleen buitenshuis voor en zullen ze niet voor overlast binnenshuis zorgen.
Zij kunnen bij de verdediging van hun nest mensen en/of huisdieren steken of bijten. De beet is veelal onschuldig en zorgt enkel voor kortstondige jeuk.

Bestrijding

Indien er echt een overlast is van de gewone steekmier en een bestrijding noodzakelijk is kunnen buitenshuis de looppaden en nestingangen worden (laten) bestreden met een insecticide (=bestrijdingsmiddel voor insecten).
N.B.: De gevleugelde koninginnen en mannetjes bestrijden in de periode van de bruidsvlucht is niet goed mogelijk. De dieren komen eenmalig uit het nest en zwermen in alle mogelijke richtingen uit.

Voorkom dat kinderen, huisdieren en vogels in contact kunnen komen met biociden (= bestrijdingsmiddelen). Dit geldt zowel binnen- als buitenshuis.
Lees voor de toepassing van biociden altijd eerst de richtlijnen op het etiket en zorg ervoor dat contact met levensmiddelen uitgesloten is.

Wanneer u een werkzame stof of de toelatingsstatus van een biocide wilt checken, kunt u de bestrijdingsmiddelendatabank van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) raadplegen.

Namen van bedrijven kunt u vinden op de site van de beide brancheverenigingen (NVPB en Platform Plaagdierbeheersing) en bij de Kamer van Koophandel.
Verifieer of medewerkers in het bezit zijn van een geldig bewijs van vakbekwaamheid “Beheersing plaagdieren en houtaantastende organismen”.

Advies

Mochten de bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van deze informatie, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.