Lasius fuliginosus

Glanzende houtmier (Lasius fuliginosus Latreille)

Orde: Hymenoptera (vliesvleugeligen)
Familie: Formicidae (mieren)
Subfamilie: Formicinae (schubmieren)

Mieren zijn sociaal levende insecten die staten vormen. Een mierenstaat bestaat veelal uit een groot aantal individuen, die –al naar gelang hun werkzaamheden– sterk gespecialiseerd zijn. In een nest van de glanzende houtmier treft men bijvoorbeeld één of meerdere koninginnen aan, grote aantallen werksters en in een bepaalde tijd van het jaar mannetjes. De koningin en de mannetjes zorgen voor de voortplanting, de werksters verzamelen voedsel, verzorgen het broed, onderhouden het nest en, in enkele gevallen, verdedigen het nest.

Uiterlijk

De glanzende houtmier behoort tot de subfamilie Formicinae, de “schubmieren”. Zij danken die naam aan het gedeelte tussen het borststuk en het achterlijf, de achterlijfssteel, die naar boven toe verbreed is tot een schub. Daarnaast valt de glanzende houtmier op door de sterk aromatische geur, waarmee ze andere mierensoorten verdrijven.
Vooral wanneer u een mier tussen de vingers fijnwrijft, bemerkt u deze citroenachtige geur.

De mieren hebben een relatief grote kop, zijn glanzend zwart van kleur en iets forser dan de wegmier (Lasius niger L.). De werksters van de glanzende houtmier zijn 4-6 mm lang, de mannetjes 4,5-5 mm en koninginnen 6-6,5 mm. De mannetjes en de koninginnen zijn gevleugeld.

Ontwikkeling

Mieren ondergaan een volledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling 4 stadia kent: ei–larve–pop–adult. Ei-afzetting vindt plaats in het voorjaar en de zomer.
De ontwikkeling van ei naar adult duurt ca. 2 maanden. Werksters leven 2-3 jaar; een koningin kan wel 15-20 jaar oud worden.

In de periode midden-april-begin november vindt de “bruidsvlucht” plaats. Tijdens de vlucht bevruchten de mannetjes de koninginnen. Na de vlucht sterven de mannetjes en keren de koninginnen terug naar het nest waar ze meewerken aan de uitbreiding, of ze proberen een nieuw nest te stichten door binnen te dringen in een nest van de schaduwmier (L. umbratus) en de ‘stammoeder’ te doden. De schaduwmierwerksters zorgen voor de eitjes van hun nieuwe koningin, waardoor er na verloop van tijd een zuivere kolonie glanzende houtmieren ontstaat.
Een nieuw nest kan ook ontstaan als een gedeelte van een bestaande kolonie zich afsplitst.

Leefwijze

De glanzende houtmier heeft zijn nesten voornamelijk in holle boomstammen en in wortelstronken van loofbomen die in de grond zijn achtergebleven. Ook kunnen nesten op droge, donkere plaatsen worden gemaakt, zoals in schuurtjes, kruipruimten en spouwmuren, van waaruit ze via naden, kieren en dergelijke een woning binnen kunnen komen.
Het kartonachtige nest wordt gebouwd van vermalen hout met speeksel. De wanden worden ingesmeerd met suikerhoudend vocht, waar een schimmel op groeit die de wanden verhardt.

De mieren foerageren zowel overdag als ’s nachts bij warm weer en voeden zich met andere insecten en honingdauw, een uitscheidingsproduct van bladluizen. De luizen worden zorgvuldig bewaakt en verzorgd, om zoveel mogelijk honingdauw te bemachtigen. Soms roven glanzende houtmieren ook poppen en larven van andere mierensoorten.

Als werksters een rijke voedselbron vinden, zullen zij een reukspoor uitzetten naar het nest, dat door andere mieren gevolgd wordt. Zo ontstaan zogenaamde mierenstraten.

Het nut van mieren

In tuinen, parken en bossen zijn mieren zeer nuttig, omdat zij allerlei insecten verdelgen. Tevens hebben ze een belangrijke en onmisbare functie als opruimers in de natuur.
Mierennesten bestrijden met biociden (=bestrijdingsmiddelen) op dergelijke plaatsen brengt over het algemeen veel schade met zich mee. Niet alleen de mieren worden gedood, ook andere insecten, zoogdieren en vogels kunnen worden vergiftigd. Zo dreigt de gehele natuurlijke levensgemeenschap onnodig te worden verstoord.

Wering en preventie

Om de mieren te weren wordt aangeraden voor hen aantrekkelijke (zoete) levensmiddelen te bewaren in goed afsluitbare voedselopbergers, zoals kunststof bakken of glazen potten. Ook moeten afvalemmers goed afgesloten worden en moet voorkomen worden dat gemorste voedselresten blijven liggen.

Voorkom nestvorming door oude boomstronken en rottend hout rondom de woning te verwijderen.
Om te voorkomen dat mieren de woning binnendringen, kunnen naden en kieren bij ramen en deursponningen met een daarvoor geschikt materiaal worden gedicht. Daarnaast kunt u stootvoegen voorzien van fijnmazig insectengaas.

Bestrijding

Een bestrijding van glanzende houtmieren moet alleen plaatsvinden wanneer deze insecten in gebouwen daadwerkelijk overlast veroorzaken.
Enkele rondlopende mieren doen geen kwaad, veroorzaken ook geen schade en kunnen worden verwijderd met behulp van de stofzuiger. Mocht u geregeld mieren zien lopen, dan zijn ze eventueel te bestrijden met zogenaamde mierenlokdoosjes.
Wanneer ze echter een nest hebben gemaakt van waaruit ze steeds in grote aantallen een gebouw binnenkomen of als het nest zich binnenshuis bevindt, kan een bestrijding noodzakelijk zijn.

Bij het aantreffen van glanzende houtmieren in gebouwen moet u allereerst nagaan waar zich het nest van deze mieren bevindt. In de meeste gevallen is een nest buiten gesitueerd en kan bij hinder binnenshuis worden volstaan met het nemen van de juiste weringsmaatregelen of met een bestrijding buitenshuis. Mocht het nest zich binnenshuis bevinden, dan is dit altijd in relatie met hout (zoals in slechte staat verkerende houten planken of vloerdelen onder de woning).

N.B. Een bestrijdingsactie tegen de gevleugelde koninginnen en mannelijke exemplaren in de periode waarin de bruidsvlucht plaatsvindt is onnodig en daarbij niet goed mogelijk, omdat ze eenmalig uit het nest komen en in alle mogelijke richtingen uitzwermen.

Bestrijding buitenshuis

Wanneer u de mierenstraten volgt op zoek naar de nesten van glanzende houtmieren, zult u ontdekken dat deze veelal buiten, rondom bomen of ander hout, onder tegels, langs de gevel, e.d. worden aangetroffen. Indien een bestrijding gewenst is, zullen allereerst de nestingangen behandeld moeten worden met een biocide. Bij een bestrijding van mieren moeten de biociden niet worden toegepast op of nabij planten.

Uitgraven van het nest

Het is mogelijk dat bovengenoemde bestrijdingsmethoden geen succes geven. In dat geval zal men het nest moeten opzoeken.
Het nest van de glanzende houtmier heeft altijd een relatie met hout. Het kan zijn gemaakt in een achtergebleven boomstronk die u soms onder een huis kunt aantreffen, of in slechte staat verkerende houten planken of vloerdelen onder de woning.
Het nest moet worden uitgegraven en elders gedeponeerd. Indien gewenst, kunnen de mieren dan met kokend water worden vernietigd.

Dringend advies

Voorkom dat kinderen, huisdieren en vogels in contact kunnen komen met biociden. Dit geldt zowel binnen- als buitenshuis. Voorkom tevens contact met levensmiddelen.

De bestrijding dient plaats te vinden met inachtneming van de voorzorgsmaatregelen en Wettelijke Gebruiksvoorschriften die op het etiket van de biocide vermeld staan.
Wanneer u een werkzame stof of de toelatingsstatus van een biocide (=bestrijdingsmiddel) wilt checken, kunt u de bestrijdingsmiddelendatabank van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) raadplegen.

Namen van bedrijven kunt u vinden op de site van de beide brancheverenigingen (NVPB en Platform Plaagdierbeheersing) en bij de Kamer van Koophandel.
Verifieer of medewerkers in het bezit zijn van een geldig bewijs van vakbekwaamheid “Beheersing plaagdieren en houtaantastende organismen”.

Chemisch afval

Resten van biociden en lege, ongereinigde verpakkingen moeten worden beschouwd als gevaarlijk afval. Wij adviseren u daarom deze resten in te leveren bij het KGA-depot in uw gemeente.

Advies

Mochten de wering- en bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van deze informatie, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.