Fruitvliegen (Drosophila spp.)
Orde: Diptera (vliegen en muggen)
Familie: Drosophilidae (fruitvliegen)
Deze kleine vliegjes komen overal voor en worden aangetrokken door gistende en rottende materialen zoals rottend fruit e.d.
Drosophila-soorten worden veel gebruikt voor erfelijkheidsonderzoek vanwege de snelle opeenvolging van generaties en de “eenvoudige” wijze waarop afwijkingen in de erfelijkheidsstructuur zijn vast te stellen.
In Nederland komen een aantal soorten voor, o.a. de bananenvlieg (Drosophila melanogaster Meigen), de azijnvlieg (Drosophila funebris F.) en de soort Drosophila repleta Wollaston.
Uiterlijk
De vliegen zijn 3-4 mm lang, inclusief vleugels. Bij de meeste soorten zijn de ogen helderrood. De lichaamskleur varieert van geel, bruin, roodbruin tot zwart en het achterlijf vertoont bruine dwars-strepen. De vliegen lijken vaak iets gezwollen. Een duidelijk kenmerk is dat de top van de antenne gevorkt is.
De eitjes, de larven en de poppen hebben buisvormige uitstulpingen waardoor ze kunnen ademhalen als ze zich ontwikkelen in vloeibare substanties.
Leefwijze en ontwikkeling
Fruitvliegen worden aangetrokken door de geur van een zwakke oplossing van alcohol of azijn. Ze worden vaak aangetroffen aan in bierbrouwerijen, jamfabrieken, limonadefabrieken, fruitwinkels, e.d. Ook kunt u ze aantreffen in (agrarische) bedrijfsruimten waar langdurig resten van diervoeders achterblijven.
Bij particulieren treft u ze vaak aan in keukens en gft-containers, soms in combinatie met een lekkende afvoer waardoor er ophoping plaatsvindt van organisch materiaal.
Fruitvliegen voeden zich met rottende, gistende materialen, maar ook met sap van beschadigde planten en vruchten en soms met schimmels. Vers, gaaf fruit wordt niet aangetast. Het ei, de larve en de pop leven in dezelfde producten als waarmee de vliegen zich voeden.
De ontwikkelingsduur van ei tot vlieg is ca. 8-11 dagen. Een bevrucht wijfje kan 400-900 eitjes leggen, waardoor men zeer snel overlast kan ondervinden van grote aantallen fruitvliegen. Daarnaast kunnen ze met hun uitwerpselen fruit- en groenteproducten verontreinigen.
Wering en preventie
Bij grote aantallen fruitvliegen, moet u allereerst de ontwikkelingsbron opsporen en, waar mogelijk, verwij-deren. Ga na of er maatregelen kunnen worden getrof-fen om de ontwikkeling van de fruitvliegen in de toe-komst te voorkomen, bijvoorbeeld het verhelpen van een lekkende afvoer. Ook het wekelijks doorspoelen van schrobputjes voorkomt dat fruitvliegen zich hierin kunnen ontwikkelen.
Houd vuilnisemmers en afvalcontainers goed afgesloten, voer het afval tijdig af en reinig de emmer/ container na het ledigen.
Bewaar daarnaast fruit en groente niet te lang onafgedekt en houd een goede hygiëne aan.
Bestrijding
Bestrijding met biociden is niet noodzakelijk. Bij overlast kunt u speciale fruitvliegvallen gebruiken.
Let wel, zonder goede weringsmaatregelen zal de bestrijding geen blijvend resultaat geven.
Advies
Mochten de wering- en bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van deze informatie onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.