Ekster (pica pica)

Ekster (Pica pica L.)

Orde: Passeriformes (zangvogels)
Familie: Corvidae (kraaien)

Eksters zijn algemeen voorkomende vogels in Nederland. Ze kunnen zich goed aanpassen aan hun omgeving en voeden zich met allerlei plantaardig en dierlijk voedsel. Hierdoor komen ze zowel in het buitengebied als in dorpen en steden voor.

Uiterlijk

Het verenkleed van de ekster lijkt aanvankelijk zwart gekleurd, met witte buik en schoudervlekken. Echter kan een metaalachtige blauw-paarse of groene gloed op de donkere veren waargenomen worden. Ook de kop en poten zijn zwart gevederd en tijdens de vlucht zijn de witte handpennen op de uiteinden van de vleugels zichtbaar. Eksters hebben een zwarte snavel, een spanwijdte van 52-60 cm en een lengte van ongeveer 45 cm, waarvan meer dan de helft de staart is.

Ontwikkeling en leefwijze

Eksterparen blijven voor meerdere broedseizoenen bij elkaar. Ze bouwen wel 40 dagen aan hun doorgaans overkapte nest, wat ze in de opvolgende jaren kunnen hergebruiken. De nesten van eksters zijn ook erg geliefd bij andere vogelsoorten, zoals kraaien, ransuilen en torenvalken. Zelfs eekhoorns maken graag gebruik van de eksternesten.

In de maanden april en mei worden 2-6 blauw-groene eieren met bruine vlekken gelegd. Deze worden door het vrouwtje uitgebroed, terwijl het mannetje voor haar voedsel zorgt. Na drie weken broeden komen de jongen uit, en 4 weken later kunnen zij uitvliegen.

Het voedsel van de ekster bestaat uit een scala aan dierlijk en plantaardig materiaal. Zo staan in het voorjaar en de zomer wormen, slakken, insecten en een enkele keer jonge vogels op het menu. In het najaar en de winter doet de ekster zich ook tegoed aan vruchten en zaden. Bovendien gaat aas en etensafval van de mens er bij eksters altijd goed in.

Overlast

Jonge eksters zwerven in groepjes rond en vallen daardoor snel op. Eksters zijn ontzettend slim en nieuwsgierig. Ze waarschuwen snel wanneer er gevaar dreigt met hun herkenbare ‘ek-ek’ roep. Ook gaan ze graag op onderzoek uit en tonen ze veel interesse in voor hen onbekende voorwerpen. Hieruit komt het beeld van de stelende ekster voort.

Daarnaast worden eksters vaak afgerekend op het eten van jonge zangvogels en eieren. Echter vormen deze voedselbronnen maar een klein deel van het dieet. Daarbij gaat het behoorlijk goed met de zangvogelsoorten in Nederland en toont wetenschappelijk onderzoek aan dat eksters geen negatieve gevolgen hebben voor het broedsucces van andere zangvogels.

Wering en preventie

Ekster-overlast kan worden beperkt door geen voer of etensresten ter beschikking te stellen. Sluit daarom afvalcontainers en voerbakken af voor nieuwsgierige en hongerige eksters.

Bestrijding

Voor de meeste vogels geldt dat ondanks de overlast die zij kunnen veroorzaken, het verboden is ze te bestrijden als u hier geen specifieke toestemming voor heeft. Eksters zijn net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen (inheems), beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. In Nederland is dat geregeld via de Wet natuurbescherming. Inheemse vogels mogen niet gevangen, gedood, of verstoord worden, en nesten of rustplaatsen mogen niet vernield, beschadigd of verwijderd worden. Nederlandse vogelnesten genieten jaarrond bescherming als ecologische omstandigheden of andere zwaarwegende feiten dat rechtvaardigen.
In een aantal provincies is in verordeningen vastgelegd welke maatregelen onder voorwaarden door de grondgebruikers gebruikt mogen worden ter voorkoming of bestrijding van belangrijke schade door eksters.

Het nemen van preventieve maatregelen is, ondanks dat dit niet altijd even makkelijk is, de belangrijkste methode om overlast te verminderen.

Advies

Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.