Halsbandparkiet

Halsbandparkiet (Psittacula krameri (Scopoli))

Orde: Psittaciformes (Papegaaiachtigen)
Familie:
Psittaculidae (Papegaaien van de Oude Wereld)

Halsbandparkieten zijn felgroene papegaaiachtigen die in groten getale bij elkaar te vinden zijn. Zij komen oorspronkelijk uit Zuid-Azië en Centraal-Afrika, en zijn naar Nederland gekomen als kooi- en volièrevogel. Zij zijn door uitzetting en ontsnapping in het wild terecht gekomen. Tegenwoordig zijn er meer dan 2500 broedparen te vinden in ons land. Aantallen nemen nog steeds toe (zo’n 30% per jaar), vooral in de Randstad.

Uiterlijk

Halsbandparkieten zijn felgroen met een lange staart. De bovensnavel is rood, de ondersnavel is zwart van kleur. De mannetjes hebben een zwarte keel, en een zwartrode halsband, die uitloopt in een oranjeroze halsband. Dat is uiteraard waar de naam op gebaseerd is. Tijdens de vlucht is hij te herkennen aan zijn luidruchtige krijsende roep.

De halsbandparkiet lijkt erg op de grote alexanderparkiet (P. eupatria). Deze is te onderscheiden van de halsbandparkiet door zijn volledig rode snavel en rode vlekken op de schouder. De halsbandparkiet is mogelijk te verwarren met de monniksparkiet (Myiopsitta monachus). Deze is overwegend lichtgroen van kleur, met helderblauwe onderzijden van de vleugels, en bovenzijden van de slagpennen. De borst, een deel van de kop en de poten zijn lichtgrijs van kleur. In tegenstelling tot de andere twee parkieten is de snavel van de monniksparkiet vleeskleurig.

Grote-alexanderparkiet Monniksparkiet (Myiopsitta monachus) Vergelijkbare soorten. Links: de grote-alexanderparkiet (Psittacula eupatrius), rechts: de monniksparkiet (Myiopsitta monachus). Beiden zijn net als de halsbandparkiet exoten in ons land.

Biologie en leefwijze

De halsbandparkiet heeft zich in ons land sterk uitgebreid. Het wordt steeds lastiger de soort te monitoren, omdat deze zich over steeds grotere gebieden verspreidt. De parkiet is te vinden in agrarische gebieden en stedelijke gebieden met boomgaarden, parken en tuinen. Voornamelijk in de Randstad, maar de vogels worden ook steeds vaker elders in het land waargenomen. De halsbandparkiet broedt in holen van oude bomen, zoals nestelholten van spechten en boomklevers. Van echte concurrentie (op landelijk niveau) lijkt geen sprake.

Ze hebben een voornamelijk plantaardig dieet, met vruchten, zaden, scheuten en knoppen van bomen en struiken. In de winter zijn de halsbandparkieten grotendeels afhankelijk van bijvoederen. Vooral ongebrande pinda’s vallen in de smaak. Ze komen buiten het broedseizoen bij elkaar om samen de nacht door te brengen in groepen van tot wel duizenden individuen. Meestal doen ze dit in grote loofbomen.

Halsbandparkiet in boomholte Halsbandparkieten op antenne Links: halsbandparkieten zijn net als de meeste parkieten holenbroeders. Rechts: halsbandparkieten zijn veel te vinden in stedelijk gebied met bijv. parken.

Overlast

Wanneer de halsbandparkieten ’s winters massaal bijeenkomen kan dit voor de nodige geluidsoverlast zorgen. De opstapeling van uitwerpselen onder de uitgekozen rustboom kan, zeker wanneer deze zich in uw tuin bevindt, tot ergernis leiden.

Halsbandparkieten zijn holenbewoners. Wanneer nestkastjes, bedoeld voor andere vogels, opgehangen worden, kan het voorkomen dat halsbandparkieten de opening verder uitbijten om er zelf in te gaan nestelen. Er zijn enkele voorbeelden waaruit gesuggereerd wordt dat halsbandparkieten concurreren met spechten, boomklevers en vleermuizen om nestelgelegenheid. Echter is er in ons land ook onderzoek waarin dit ontkracht wordt.

Halsbandparkieten kunnen het vogelvoer, dat u bedoeld heeft voor andere vogels, opeten. Ook maken zij veelvuldig gebruik van boomgaarden in de buurt. Hier wordt veelal fruit van de bomen gegeten, waar bij elke vrucht een of enkele happen genomen worden. Hierdoor kan bij de fruitteler grote schade ontstaan.

Wering en bestrijding

Voor de wering van halsbandparkieten kunnen standaard vogelweringsmiddelen worden ingezet. Denk aan vogelnetten, om bijvoorbeeld toegang tot de rustboom te belemmeren, of afschrikkende geluiden.

Uitgebeten nestkastjes kunnen vervangen worden door bijv. betonnen nestkasten. Deze kunnen niet uitgebeten worden. Tevens zijn voedersilo’s beschikbaar, die grotere vogels inclusief de halsbandparkiet, wegens zijn beschermende constructie niet de mogelijkheid geeft er van te kunnen eten. Echter zouden wij u adviseren zo min mogelijk vogels te voeren, om risico’s op andere plaagdieren te voorkomen.

Uitheemse vogels genieten niet dezelfde bescherming als de inheemse vogels, volgens de Wet Natuurbescherming. De algemene zorgplicht die voor ieder dier in ons land geldt, geldt óók voor de halsbandparkiet. Provincies hebben de bevoegdheid om (categorieën) personen opdracht te geven om populaties van aangewezen diersoorten te beperken (artikel 3.18 van de Wet Natuurbescherming). Wij raden af om, zonder een dergelijke opdracht, halsbandparkieten te bestrijden.

Advies

Mochten de maatregelen, uitgevoerd aan de hand van deze informatie, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.