Alphitobius diaperinus

Piepschuimkever (Alphitobius diaperinus (Panzer))

Orde: Coleoptera (kevers)
Familie: Tenebrionidae (zwartlijven)

De piepschuimkever, vroeger bekend als tempexkever, dankt zijn naam aan het feit dat hij regelmatig wordt aangetroffen in isolatiematerialen van schuimplastic, in voornamelijk pluimveestallen. Deze kever voedt zich echter niet met de platen, maar gebruikt ze enkel als schuilplaats, waarbij vele gangen worden gemaakt en veel schade kan ontstaan.
Op het menu van de larven en de kevers staan schimmels, die groeien op rottend organisch materiaal.

Uiterlijk

De piepschuimkever is 5 tot 6 mm lang, ovaal van vorm en onbehaard. Het dekschild is gegroefd. Kort na de verpopping is de kever helder bruin van kleur; na enkele dagen worden ze zwartbruin tot zwart. De poten en onderzijde zijn roestbruin gekleurd.
Larven van de piepschuimkever zijn geelbruin van kleur, glad en glanzend. In het eerste larvestadium zijn ze ca. 2 mm lang. Uiteindelijk kunnen ze 12-15 mm lang worden.

Ontwikkeling en leefwijze

Kevers ondergaan een volledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling 4 stadia kent: ei–larve–pop–adult.
Bij piepschuimkevers is de volledige ontwikkeling van ei tot volwassen kever sterk afhankelijk van de temperatuur. Bij 15°C is dit ongeveer 1 jaar, bij 25°C slechts 1½ maand.

De vrouwelijke kever zet haar eitjes af in een substraat dat bestaat uit bedorven plantaardig materiaal. Vooral op rustige plaatsen waar het enigszins vochtig is, de temperatuur hoog is en rottend materiaal (mest, voerresten e.d.) blijft liggen, zullen de larven zich goed kunnen ontwikkelen.

De larven voeden zich met schimmels, die bijvoorbeeld groeien op stalmest. Ze vervellen 7 keer en zoeken een rustige plek op om zich te verpoppen. Vaak graven ze zich in de bodem in, bij voorkeur aan de voet van wanden.

Na 5-7 dagen komen de volwassen piepschuimkevers tevoorschijn. Deze kruipen bij de wanden omhoog op zoek naar droge en warme schuilplaatsen. Vaak boren ze in isolatiematerialen, die hierdoor ernstig kunnen worden beschadigd. Ook bij het verwijderen van mest uit de stallen, kunnen de kevers verstoord worden en tegen de wanden omhoog kruipen.

De piepschuimkever voedt zich eveneens met schimmels en geeft de voorkeur aan een hoge relatieve vochtigheid en een temperatuur van ca. 25°C. Dat verklaart mogelijk de soms grote ontwikkeling van deze soort in pluimveestallen.

Wering en preventie

Om de piepschuimkever te weren moeten ontwikkelingsbronnen zoals oude mest en voerresten zoveel mogelijk worden opgeruimd. Voer zo vaak mogelijk de mestvoorraad in één keer af en reinig de stal vervolgens grondig, om eventuele resterende bronnen te verwijderen en de ontwikkeling te verstoren.

Daarnaast kunnen stalwanden op ca. 1 meter hoogte voorzien worden van een glad aluminium profiel. Kit naden en kieren af en gebruik isolatiemateriaal met een harde toplaag (pvc of aluminium). Zet daarbij de kopse kanten af met u-profielen, welke vaak van pvc zijn gemaakt.

In woningen kunnen aanwezige kevers worden verwijderd bijvoorbeeld met behulp van een stofzuiger. Eventueel kunt u goed sluitende horren plaatsen in ramen en deuren en naden en kieren in buitenmuren afdichten om te voorkomen dat de kevers binnenkomen.

Bestrijding

Direct na het leegkomen van de stal en nadat de mest is verwijderd, kan een bestrijdingsactie worden uitgevoerd met een biocide toegelaten voor het gebruik in stallen.

De bestrijding dient plaats te vinden met inachtneming van de voorzorgsmaatregelen en Wettelijke Gebruiksvoorschriften die op het etiket van de biocide vermeld staan.
Wanneer u een werkzame stof of de toelatingsstatus van een biocide (=bestrijdingsmiddel) wilt checken, kunt u de bestrijdingsmiddelendatabank van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) raadplegen.

Namen van bestrijdingsbedrijven kunt u vinden op de site van de beide brancheverenigingen (NVPB en Platform Plaagdierbeheersing) en bij de Kamer van Koophandel.
Verifieer of medewerkers in het bezit zijn van een geldig bewijs van vakbekwaamheid “Beheersing plaagdieren en houtaantastende organismen”.

Chemisch afval

Resten van bestrijdingsmiddelen en lege, ongereinigde verpakkingen moeten worden beschouwd als gevaarlijk afval. Wij adviseren u daarom deze resten in te leveren bij het KGA-depot in uw gemeente.

Advies

Mochten de wering- en bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van deze informatie, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.