Spinthoutkever (Lyctus linearis)

Spinthoutkevers (Lyctus spp.)

Orde: Coleoptera (Kevers)
Familie: Bostrichidae (boorkevers)

Spinthoutkevers behoren tot de familie van boorkevers, die hun naam danken aan het feit dat ze gangen in hout boren. Omdat ze uitsluitend het zetmeelrijke “spint” van loofhoutsoorten aantasten dat vaak verwerkt is in parketvloeren, worden deze kevers ook wel parketkevers genoemd. De soort die in Nederland het meest wordt aangetroffen, is de bruine spinthoutkever (Lyctus brunneus Stephens). Deze soort is van Noord-Amerikaanse oorsprong,  maar is via houthandel en transport over de gehele wereld verspreid geraakt.

Algemeen

Deze kevers worden aangetroffen in opgeslagen en verwerkt spinthout van loofhoutbomen, zoals eiken, essen en walnoten. Daarnaast komen ze ook voor in een aantal tropische houtsoorten: bamboe, rotan, limba en meranti.
Het spinthout dat ze aantasten bevindt zich in de buitenste ringen van de boom, rondom het kernhout. Het heeft een kenmerkende zachte structuur en wijde vaten. Hoe meer zetmeel en hoe droger het hout, des te vatbaarder het is voor aantasting door larven van spinthoutkevers. Ze kunnen al genoegen nemen met slechts 7% vocht in hout.

Uiterlijk

Spinthoutkevers zijn 2-7 mm lang, slank en enigszins afgeplat. De kleur varieert van roodbruin tot zwart. De poten staan ver uit elkaar, waardoor men van bovenaf de indruk zou kunnen krijgen dat het tweede en derde paar poten behoren tot het achterlijf.
Ze beschikken over enigszins geribbelde dekschilden en een fijne beharing.
De larven zijn vaalwit en kunnen ongeveer 6 mm lang worden. De tijd die de larve in het hout doorbrengt, bedraagt gemiddeld 10-11 maanden. Als de kever het hout verlaat, ontstaat een ronde uitvliegopening met een doorsnede van 1-2 mm. Meestal zijn de uitvliegopeningen iets kleiner dan bij de gewone houtworm. Nieuwe uitvliegopeningen en vers boormeel duiden op een actieve aantasting van het hout.

Ontwikkeling en leefwijze

Kevers ondergaan een volledige gedaanteverwisseling. Dit wil zeggen dat de ontwikkeling 4 stadia: ei–larve–pop–adult. Het vrouwtje legt enkele dagen na bevruchting z’n 70 eitjes, in groepjes van 8, in zeer kleine openingen van het hout. Na 1 tot 3 weken kruipen de larven uit het eitje direct het spinthout in, waar ze leven de zetmeel houdende inhoud van de houtcellen.
Boorgangen van de bruine spinthoutkever zijn gevuld met zeer fijn boormeel, zonder uitwerpselen. Dit boormeel heeft een meelachtige structuur en ziet eruit als stof.
Het larvestadium duurt, afhankelijk van de omstandigheden, 3 maanden tot maximaal 2 jaar. Als de larven volgroeid zijn, kruipen zij tot onder de buitenste laag van het hout om zich daar in een poppenwieg te verpoppen. Dit stadium duurt zo’n 2 tot 4 weken.
Normaal gesproken heeft de spinthoutkever één generatie per jaar. Onder warmere omstandigheden kunnen dit 2 generaties per jaar zijn.

Schade

Door vraat van de larven kan er flinke schade ontstaan in houten voorwerpen. Zo tasten ze verwerkt loofhout aan, dat onder meer te vinden is in parketvloeren, betimmeringen, schilderijlijsten en tri- of multiplex. De aangetaste objecten kunnen hun sterkte verliezen.

Wering en preventie

Voor zover er niet reeds eitjes of larven in het hout aanwezig zijn, kunt u het hout preventief behandelen tegen aantasting door spinthoutkevers met verf, vernis, beits of lak. Het hout is beschermd als het rondom is voorzien van een dekkende laag.

Bestrijding

Voor u overgaat op een bestrijding, eerst (laten) nagaan of de sterkte van het hout nog voldoende is. Houtwerk van onvoldoende sterkte vervangen door verduurzaamd hout. Verwijder en verbrand het afvalhout.
De volgende stap is vaststellen of er sprake is van een actieve aantasting. Dit is het geval als er vers boormeel uit de gaatjes komt, of als er –nadat bestaande gaatjes zijn dichtgestopt met was– nieuwe uitvliegopeningen zijn verschenen.
Mocht dit geconstateerd worden, dan kunt u overgaan tot bestrijdingsmaatregelen.

Let op! Bij ernstige aantasting (van parket, multiplex, e.d.), is het aan te raden deze delen te (laten) vervangen en de aangrenzende delen te behandelen.
In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij beklede meubels, is het ondoenlijk een bestrijding met biociden grondig uit te voeren. Men kan dan de aangetaste meubels behandelen door invriezen.

  • Bestrijding door middel van invriezen:
    Waar mogelijk kunt u aangetast hout of aangetaste houten voorwerpen (laten) invriezen.
    Een temperatuur van -22°C tot -28°C gedurende 14 dagen zal alle stadia van de spinthoutkever doden. Het is noodzakelijk dat deze temperatuur ook in het binnenste van het hout bereikt wordt.

  • Chemische bestrijding:
    Voordat een biocide (= bestrijdingsmiddel) wordt aangebracht, moet het hout (ook van meubels) stofvrij worden gemaakt; oude verf- of laklagen dienen eerst met een krabber of staalborstel te worden verwijderd. Het heeft geen zin om geverfd hout te behandelen, omdat het gebruikte middel niet in het hout zal kunnen trekken.

    Behandel het houtwerk met een in Nederland voor dat doel toegelaten biocide. Dit zijn over het algemeen kant en klare middelen op basis van organische oplosmiddelen of water. Het middel wordt op het oppervlak aangebracht d.m.v. bespuiting.
    Na behandeling de ruimte grondig ventileren.
    Houd gedurende tenminste één jaar een periodieke controle op het resultaat van de bestrijding, door vast te stellen of er vers boormeel of nieuwe uitvliegopeningen worden aangetroffen.

De bestrijding dient plaats te vinden met inachtneming van de voorzorgsmaatregelen en Wettelijke Gebruiksvoorschriften die op het etiket van de biocide vermeld staan.
Wanneer u een werkzame stof of de toelatingsstatus van een biocide (=bestrijdingsmiddel) wilt checken, kunt u de bestrijdingsmiddelendatabank van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) raadplegen: http://www.ctgb.nl

Namen van bestrijdingsbedrijven kunt u vinden op de site van de beide brancheverenigingen (NVPB en Platform Plaagdierbeheersing) en bij de Kamer van Koophandel.
Verifieer of medewerkers in het bezit zijn van een geldig bewijs van vakbekwaamheid “Beheersing plaagdieren en houtaantastende organismen”.

Chemisch afval

Resten van biociden en lege, ongereinigde verpakkingen moeten worden beschouwd als gevaarlijk afval. Wij adviseren u daarom deze resten in te leveren bij het KGA-depot in uw gemeente.

Advies

Mochten de wering- en bestrijdingsmaatregelen, uitgevoerd aan de hand van deze informatie, onvoldoende resultaat opleveren, neem dan contact op met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).

Disclaimer

Deze informatie wordt u verstrekt zonder dat er een expert van ons ter plaatse geweest is. Dit betekent dat u deze informatie op eigen risico gebruikt. Het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enige (vervolg-)schade die hieruit voortvloeit. Om zeker te weten om welk dier het gaat en de overlast zoveel mogelijk te beperken, raden we u altijd aan om een determinatie bij ons te laten doen of een onderzoek ter plaatse te laten verrichten door een KAD-adviseur.